Joos Spanoghe (Spanomus)

± 1577 - Gent 9 maart 1663

Kloosternaam: Thomas van Dendermonde. Kapucijn van de Belgische en vanaf 1616 van de Vlaamse provincie. Zoon van schepen Sebastianus en Elisabeth Mauwe. Geboren rond 1577-78. Kapelaan van Waasmunster. Geprofest te Dendermonde, op 8 december 1607. Woont te Antwerpen in 1611-1612. Jurisdictie te Brugge (1 mei 1621, woont te Oostende); te Brussel (30 september 1646). Novicemeester te Gent (1612-1613); overste te 's-Hertogenbosch (1613-1614); vicaris te Gent (1614); gardiaan te Kortrijk (1614-1615); gardiaan te Gent (1616-1619), gardiaan te Ieper (1619-1620); discreet te Oostende (1621); gardiaan te Brussel (1621-1622); gardiaan te Leuven (1622-1623); gardiaan te Ieper (1623-1626); gardiaan te Oudenaarde (1626-1627); gardiaan te Gent (1628-1630), discreet te Gent (1631); gardiaan te Gent (1631-1633); gardiaan te Ieper (1633-1635); gardiaan te Gent (1635-1637); definitor in 1919, 1924. Legt de (tweede) steen voor bouw nieuwe klooster te Gent op 14 juli 1631. Aan hem werd het voorrecht toegestaan om aan geen verkiezingen meer te moeten deelnemen, na dikwijls gardiaan en definitor te zijn geweest. Sterft te Gent op 9 maart 1663.
Portret (gravure) door H. Posseniers, afbeelding in Hildebrand, De kapucijnen, 7 (1952), na blz. 635, en E. Persoons, Dendermondenaars geportretteerd: portret van Thomas van Dendermonde, in Gedenkschriften van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, 4de reeks, 25 (2006), blz. 305-309.
Literatuur
E. Persoons, Dendermondenaars geportretteerd: portret van Thomas van Dendermonde, in Gedenkschriften van de Oudheidkundige Kring van het Land van Dendermonde, 4de reeks, 25(2006), blz. 305-309; Hildebrand, De kapucijnen, 1 (1945), blz. 185 n. 4, 335, 365; 5 (1950), blz. 66, 75, 98, 115 n. 2, 203, 210, 212, 243, 265, 285, 326; 6 (1951), blz. 301, 304, 557-558; 7 (1952), blz. 601, (nr. 4391); 8 (1954), blz. 114, 469 n. 2.
G. Van Reyn en E. Persoons
Literatuur en bronnenpublicaties

P. Hildebrand, De Kapucijnen in de Nederlanden en het Prinsbisdom Luik I (1945) 185n, 335, 365; V (1950) 66, 75, 98, 115n, 203, 210, 212, 243, 265, 285, 326; VI (1951) 301, 304, 557-558; VII (1952) 601; VIII (1954) 114, 469n

n: vermelding in een voetnoot